Is er een verband tussen pesticiden en parkinson? Patiënten én onderzoekers zitten in een wolk aan onzekerheid
- Onderzoek
- 27 juni 2024
Dit artikel werd op 12 januari 2024 om 10:00u gepubliceerd op de website van de Volkskrant en is geschreven door Ronald Veldhuizen.
De relatie tussen parkinson en pesticiden staat opnieuw in de belangstelling. Er wonen hier opvallend veel mensen met de ziekte, klinkt het in een straat in Zuid-Holland. Komt dat door het gif van de akker aan de overkant?
Het was een dubbeldekkertje. Jan (79) ziet het nog zo voor zich. Pal tegenover het huis begon het vliegtuigje standaard met zijn laagvlucht over de akker. ‘Dan gingen de sproeiers aan’, zegt hij, een beetje mompelend, zittend aan de keukentafel. Hij knikt naar het raam, de akker. Daarvandaan dwarrelde de wolk met bestrijdingsmiddelen naar de straat waar hij al 35 jaar woont. Jan heeft moeite met praten, zijn vrouw Ria valt bij. ‘Het vliegtuig draaide boven ons huis. Op de terugweg sproeiden ze nog eens.’
Of het aan de pesticiden ligt dat Jan nu de ziekte van Parkinson heeft? Daarover wil Ria niet oordelen. ‘We weten niet of het de oorzaak is’, zegt ze. Maar Jan, Ria en enkele straatgenoten hier aan de keukentafel zijn er niet gerust op. Huyb (78) heeft de diagnose net een jaar geleden gekregen. Wil (68) woont al vijftig jaar in deze Zuid-Hollandse polder. Haar eerste man kreeg de ongeneeslijke hersenaandoening in 1999 en overleed eraan. Nu stelden neurologen ook bij haar de eerste symptomen vast, al moet vervolgonderzoek uitwijzen of het werkelijk parkinson is. Alex (60) is er vandaag niet bij. Hij heeft eveneens de ziekte, al minstens vier jaar.
Sinds het tv-programma Zembla vier jaar geleden uitgebreid aandacht besteedde aan de link tussen pesticiden en parkinson is die steeds vaker in het nieuws. Voor de omwonenden begonnen met de uitzending de zorgen. Het onderwerp staat weer in de belangstelling: in de afgelopen maanden besteedden onder meer Nieuwsuur, AD, Op1 en andere media er aandacht aan. Extra reden voor onrust: onlangs becijferden Nederlandse onderzoekers dat het aantal mensen met parkinson in Nederland in tien jaar met 30 procent is gestegen.
Ook in andere plaatsen uiten bewoners hun zorgen over pesticiden en parkinson. Een jaar geleden waren het in de Volkskrant inwoners van De Zilk in de Bollenstreek. De bewoners in dit verhaal maken hun achternamen en precieze woonplaats liever niet bekend. Ze willen hun relatie met de boeren en andere wijkbewoners niet beschadigen en leven met parkinson is al ingewikkeld genoeg. De ziekte is ingrijpend en maakt patiënten invalide. Afstervende hersencellen maken alledaagse bewegingen steeds moeilijker, zoals veters strikken, met mes en vork eten, of zelfstandig naar het toilet gaan.
Wagenwijd open
Er bestaat geen direct bewijs dat pesticiden parkinson veroorzaken. Dat maakt de kwestie moeilijk voor patiënten én onderzoekers. Weliswaar wijst internationaal onderzoek uit dat boeren en seizoenswerkers die met bestrijdingsmiddelen werkten, vaker parkinson krijgen, maar voor omwonenden van bespoten akkers is dat minder duidelijk. Een Nederlands onderzoek daarnaar loopt nog. En: wetenschappers zijn het oneens over de vraag of er nog nieuwe parkinsongevallen bij zullen komen door pesticiden die nu worden gebruikt. De meeste verdachte middelen zijn namelijk al jarenlang verboden.
‘Ik kan de toekomst niet voorspellen, maar ik zou verwachten dat de risico’s nu lager zijn en dat dat tot minder diagnoses leidt’, zegt epidemioloog Hans Kromhout van de Universiteit Utrecht. Ook Rob de Bie, parkinsonneuroloog en hoogleraar aan het Amsterdam UMC, is terughoudend over het verband. ‘Het aantal mensen met de ziekte van Parkinson neemt toe en dat komt in elk geval door vergrijzing’, zegt hij. ‘Wat de toename met pesticiden te maken heeft, is nog onbekend. We begrijpen nog steeds niet hoe de ziekte ontstaat.’
Een vastberadener geluid komt van neurologiehoogleraar Bas Bloem van het Radboudumc in Nijmegen. Bloem is degene die de Volkskrant attendeert op de parkinson-diagnoses tegenover de akker. Hij vertelt geregeld in de media hoe de toename aan parkinson grotendeels wordt verklaard door ‘giftige stoffen in onze omgeving’. Parkinson is wat hem betreft niet voor niets de snelstgroeiende hersenziekte ter wereld.
De meest voor de hand liggende verklaring daarvoor is vergrijzing – we worden steeds ouder. Dat erkent Bloem, maar zolang Nederlanders ouder worden en er bestrijdingsmiddelen rondwaaien, hebben ze ook meer tijd om daarmee in aanraking te komen en de ziekte te ontwikkelen. ‘De kraan met pesticiden staat wagenwijd open’, zegt Bloem aan de telefoon. Hij wil dat Europa strenger toeziet op bestrijdingsmiddelen, zoals de onkruidverdelger glyfosaat. Het afgelopen jaar zette hij zijn naam onder een brandbrief met een oproep aan het kabinet om het middel te verbieden.
Er klinkt instemming aan de keukentafel in Zuid-Holland. De meeste van de parkinsonpatiënten en hun partners steunden onlangs ook oproepen aan landbouwminister Adema en de EU om glyfosaat tegen te houden. Toch heeft de EU daarna het middel weer voor tien jaar toegestaan. De bewoners maken zich zorgen om de toekomst: komt er ooit bewijs dat pesticiden parkinson kunnen veroorzaken, en zo ja, welk? En zullen de toelatingseisen van bestrijdingsmiddelen ooit meer rekening houden met parkinson?
Buiten kijf
Het pesticidenverband ís onzeker, erkent ook Bloem. Maar de aanwijzingen uit bevolkingsonderzoek zijn buitengewoon sterk, toont een recente studie in Reviews on Environmental Health onder mensen die vroeger veel met bestrijdingsmiddelen werkten. Bij de zestigplussers ligt het aantal parkinsongevallen op grofweg 10 per 1.000 mensen, voor de overige zestigplussers is dat zo’n 6 per 1.000.
Roel Vermeulen, hoogleraar epidemiologie aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU), vergeleek met zijn collega Kromhout 39 studies over parkinsonpatiënten en beroepsblootstelling aan pesticiden. ‘Daarvan lieten er 35 een verband zien.’ Dat er bestrijdingsmiddelen zijn geweest die bij boeren parkinson hebben kunnen veroorzaken, staat volgens Vermeulen en Kromhout ‘buiten kijf’.
Voor Franse wijnboeren geldt het dan ook als een beroepsziekte waarvoor je een uitkering kunt krijgen. Zij hebben relatief veel schimmeldodende middelen gespoten, zoals mancozeb en benomyl. In Nederland nam de Tweede Kamer een motie aan voor onderzoek naar parkinson als beroepsziekte; die middelen waren hier ook jarenlang op de akkers te vinden.
En omwonenden dan? Die krijgen minder pesticiden binnen, dus een mogelijk verband is lastiger te vinden. Kromhout: ‘Een neuroloog stapte ooit op ons af met het verhaal dat hem opviel hoeveel van zijn patiënten rond akkers wonen. Hij had met prikkertjes op een kaart ingetekend waar ze woonden. Toen zeiden we: leuk en aardig, maar dat moet je systematisch onderzoeken.’
Precies dat deden Kromhout en Vermeulen, nu ruim zes jaar geleden, samen met neurologen van vier ziekenhuiscentra verspreid over Nederland. Ze bekeken of de ziekte van Parkinson vaker voorkomt onder mensen dicht bij akkers, op bijvoorbeeld 50 of 100 meter afstand.
Achter de feiten aan
‘In zijn algemeenheid vonden we geen relatie’, zegt Vermeulen over de studie, gepubliceerd in Environment International. Maar in specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld rond de aardappel- en graanteelt, leek er wel een verband te bestaan. Alleen vonden andere wetenschappers dat weer niet in landen waar ze ook aardappelen en granen telen, zoals Frankrijk.’
Nieuw Nederlands onderzoek moet uitsluitsel geven, zegt Vermeulen. ‘We kijken dan ook naar specifieke bestrijdingsmiddelen.’ De resultaten worden over zo’n vijf jaar verwacht. Parkinsonneuroloog Bas Bloem is ook bij dit nieuwe onderzoek betrokken, maar vestigt er niet al zijn hoop op. Wachten met een antwoord tot er weer nieuwe diagnoses binnenkomen, maakt dat wetenschappers achter de feiten aanlopen, vreest hij.
‘We kijken altijd naar het verleden’, zegt ook Vermeulen. ‘Voordat een neuroloog parkinson bij iemand constateert, nemen we aan dat de ziekte al tien jaar of meer in ontwikkeling is. Zien we een link tussen parkinson en pesticiden, dan zijn dat dus middelen die ergens rond het jaar 2000 of eerder zijn toegepast.’
Precies toen kwam parkinsonpatiënt Alex met zijn gezin in de polder wonen. Het schimmeldodende middel benomyl verdween net uit de handel vanwege een link met geboorteafwijkingen. De nu verboden bestrijdingsmiddelen paraquat, rotenon en mancozeb waren nog wel enkele jaren toegestaan. Sommige daarvan veroorzaken hersenschade bij muizen.
‘Als we de ramen in de slaapkamer open hebben staan, dan ligt er stof onder’, zegt Alex. ‘Prima, dacht ik altijd, want je bent met het land verbonden en daarom zijn we hier komen wonen. Maar daar hoort dus ook dat gif bij.’ Hij wijst naar het kanaal aan de achtertuin. ‘We hebben er vaak met z’n allen in gezwommen. Ik vind het vooral vervelend voor mijn kinderen.’
Rechtszaak
Pesticiden toen, en pesticiden nu. Het vertroebelt de kwestie enorm. Allerlei middelen zijn door en naast elkaar gebruikt, in verschillende perioden. Wijs dan maar eens onomstotelijk aan of een middel parkinson heeft kunnen veroorzaken. Of dat het nog steeds gebeurt.
Het laboratorium is de plek waar de antwoorden vandaan moeten komen. Wetenschappers geven dan een middel aan proefdieren, of druppelen het over een kweekbakje met menselijke cellen, en kijken wat er gebeurt. Hele dossiers aan proeven belanden zo op het bureau van de Europese toezichthouder Efsa, die vervolgens een oordeel velt over welke middelen zijn toegestaan.
‘Hier wordt het lastig’, zegt toxicoloog Paul Scheepers van de Radboud Universiteit. ‘Er zijn geen goede proefdieren om het risico op parkinson te beoordelen. Die ziekte ontwikkelt zich langzaam, terwijl proefmuizen kort leven, waarbij ze vaak aan iets anders doodgaan voordat je effecten in het brein ziet.’
Het gevolg is dat de Efsa vooral middelen van de markt haalt die zo giftig zijn dat ze proefdieren acuut in de problemen brengen. ‘Paraquat en rotenon zijn daar voorbeelden van’, zegt Scheepers. De twee bestrijdingsmiddelen beschadigen in muizen en ratten allerlei hersengebieden, genoeg reden voor veel landen om deze stoffen te verbieden.
In Europa moest het tot een rechtszaak komen voordat de Efsa de licentie voor paraquat introk. Dat is een uitzondering. Meestal volgt een verbod na nieuwe laboratoriumproeven die iets schadelijks aantonen, zegt Hans van Boven, woordvoerder bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in Nederland. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij mancozeb in het jaar 2020. ‘De eisen worden steeds strenger, op Europees niveau.’ Of mancozeb tot parkinson leidt, is niet zeker. Maar de stof ontregelt wel degelijk hersencellen, bleek toen.
Hoepel
Bloem pleit voor een betere laboratoriumproef die uitwijst of een bestrijdingsmiddel de ziekte van Parkinson of andere hersenziekten kan teweegbrengen. Ook het RIVM en het Ctgb willen dat, en Bloem werkt met hen samen aan een voorstel voor zo’n proef.
De Nederlanders suggereren dat de Efsa voortaan bij muizen en ratten óók kijkt naar wat een middel aan parkinsonachtige symptomen veroorzaakt, zoals beweegproblemen. Daarnaast moet de keuring specifiek gaan over een hersengebied, de substantia nigra, die bij mensen als eerste wordt aangetast door parkinson. De wetenschappers publiceerden afgelopen december een opzet in npj Parkinson’s disease, samen met onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut (NIN).
Voor de ontwikkeling van een nieuwe proef heeft Bloem medewerking van de Efsa nodig, want die bepaalt immers straks wat de eisen zijn. Bloem: ‘Wat ik niet wil, is dat de Efsa achteraf zegt, al dan niet onder invloed van de chemische lobby, dat ik de proef bij ratten had moeten doen, of dat zo’n studie zeven weken langer moet. Ik wil aan de voorkant horen door welke hoepel ik moet springen.’
Het stoort Bloem dat hij überhaupt voor zo’n nieuwe test moet strijden. ‘Als je een middel op de markt brengt waar je miljarden aan wil verdienen, is het niet aan mij om te bewijzen dat het giftig is’, zegt hij. ‘Het is verdorie aan de industrie en de Efsa om te bewijzen dat het veilig is.’ Hij wil dan ook dat bedrijven dit soort veiligheidstests betalen.
Flinterdun
Glyfosaat is een middel dat Bloem graag had willen testen vóórdat het in oktober weer een tienjarig veiligheidsstempel van de Efsa kreeg. ‘Ik heb ze nog een compromis voorgesteld: verleng het met vijf jaar zodat we onze proef kunnen ontwikkelen en uitvoeren. Als er dan niets aan de hand blijkt, trek ik mijn keutel weer in.’
Andere onderzoekers zien ook de noodzaak voor betere proeven, maar niet iedereen is het eens met de focus op glyfosaat. ‘Het bewijs dat glyfosaat iets te maken heeft met parkinson is echt flinterdun’, zegt epidemioloog Kromhout. ‘Ik erger me er enorm aan als er maar wat wordt geroepen.’ Hij wijst onder meer op de Amerikaanse Agricultural Health Survey: daar komt zo’n verband niet bovendrijven. Een overzichtsstudie van epidemioloog Ellen Chang concludeerde vorig jaar hetzelfde.
Toxicoloog Scheepers ziet ook geen relatie tussen glyfosaat en parkinson. Het bestaande onderzoek maakt volgens hem niet plausibel hoe glyfosaat in het brein terechtkomt of er indirect schade veroorzaakt. Dat wil volgens Scheepers niet zeggen dat het middel lang goedgekeurd blijft. Hij wijst op een voorpublicatie van het Ramazzini-instituut uit Bologna. De wetenschappers daar lieten ratten van jongs af aan kleine beetjes glyfosaat binnenkrijgen. Dat leidde tot meer kanker bij de ratten en nog méér als ze hogere doses inslikten.
Pas op met een overdreven focus op pesticiden en parkinson, waarschuwen ook andere wetenschappers. ‘Parkinson verdwijnt niet als we vandaag alle pesticiden verbannen’, zegt neurowetenschapper Bram van der Gaag van Amsterdam UMC, die onlangs een overzicht maakte van alle mogelijke oorzaken van parkinson in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Kijk ook naar andere mogelijke factoren, zegt Van der Gaag, zoals huidkanker. Mensen met een melanoom hebben een twee keer hogere kans om óók parkinson te hebben. ‘We weten nog helemaal niet hoe dat komt.’
Loslaten
Zijn collega en hoogleraar parkinsonneurologie Rob de Bie valt hem bij. ‘Wat ik jammer zou vinden, is dat er straks veel geld uit parkinsonfondsen naar pesticiden gaat. Daar komt misschien niets uit. Je kunt dat geld maar één keer uitgeven; besteed het liever aan onderzoek dat patiënten met parkinson in het algemeen helpt. Een manier om de ziekte af te remmen, of betere medicatie.’
Aan de keukentafel in de Zuid-Hollandse polder is er begrip voor dat dilemma. ‘Wij doneren geld aan de Parkinson Vereniging’, zegt Wil. ‘Ik zie het liefst dat ze andere medicijnen onderzoeken voor mensen als Jan.’
Maar pesticiden helemaal loslaten kan niet meer, blijkt toch. Iets dat daarbij telkens terugkomt is dat er nooit één bestrijdingsmiddel je huis binnenwaait, maar dat het altijd meerdere tegelijk zijn: tientallen zelfs.
Bloem wijst op een recent onderzoek in Californië. Dat laat zien dat twee of meer bestrijdingsmiddelen zelfs in lage doseringen giftig zijn voor kweekcellen afkomstig van parkinsonpatiënten. Een slimme studie, vindt Scheepers, maar hij plaatst meteen een kanttekening: het effect gold juist voor stoffen die in de EU al niet meer mogen, zoals het middel dicofol.
De Efsa zegt in een e-mail wel bezig te zijn met combinatie-effecten. In 2030 moet dit zogeheten ‘Efsa-Sante Action Plan’ volop draaien en is het de bedoeling dat óók pesticiden in huishoudens meetellen.
Wat er ook te gebeuren staat: voor Jan, Huyb, Wil, Alex en hun partners komt het in elk geval te laat. Als het beleid ter sprake komt, veert Jan op: dat die middelen zo lang zijn toegestaan, vindt hij onbegrijpelijk. ‘De overheid hoort er toch voor de mensen zijn?’
Het is een van de momenten waarop Jan zijn stem verheft. Daarna is hij even stil. Ria zet nog een ronde koffie. ‘Jan liep altijd voorop. Dat heeft hij altijd gedaan. Nu zie je hem hem steeds kleiner worden. Dat vind ik het moeilijkst.’
De woonplaats en achternamen van de patiënten zijn bij de redactie bekend. De naam Alex is op verzoek gefingeerd.
PARKINSON: EEN MODERNE ZIEKTE?
Een ongezonde leefomgeving of veroudering: wat weegt nu het zwaarst als oorzaak voor de ziekte van Parkinson? Volgens neurologiehoogleraar Bas Bloem is het geen toeval dat de arts James Parkinson de ziekte in het jaar 1817 voor het eerst herkende, juist toen de lucht in Londen zwart zag van de vroege industrie, zei hij onlangs in talkshow Op1. Maar het is achteraf moeilijk beoordelen hoe goed mensen vroeger waren in het herkennen van unieke ziekten, schrijft de Italiaanse neuroloog Francesco Raudino in History of Neurology. Hij denkt dat parkinson zo oud is als de mensheid en dat genezers in het oude Egypte en China al typische symptomen noteerden, zoals trillen en zwakkere gezichtsspieren. Zo beschrijft een papyrusrol bijvoorbeeld: ‘Een goddelijke ouderdom had zijn mond verslapt.’
Over de auteur Ronald Veldhuizen schrijft voor de Volkskrant over medisch onderzoek, psychologie en (neuro-)biologie. Daarnaast geeft hij cursussen wetenschapsjournalistiek.
Deel dit artikel
Gerelateerd nieuws
Ook met parkinson is genieten een keuze
Els heeft door parkinson kauw- en slikproblemen en ze is haar reukvermogen kwijt. En toch...
Over parkinson en opnieuw beginnen
Ingrid is 46 jaar en weet sinds 5 juli 2024 dat ze de ziekte van...
Over parkinson, voeding en sociale impact
Elly Swennen vertelt over haar werk als diëtist. Zij is aangesloten bij ParkinsonNet en ziet...